Het Comité Preventie en Bescherming op het werk
Elke onderneming (technische bedrijfseenheid) met gemiddeld ten minste 50 werknemers moet sociale verkiezingen organiseren om personeelsvertegenwoordigers aan te duiden voor het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW).
Dit CPBW is een overlegorgaan tussen werknemers- en werkgeversvertegenwoordiging met als belangrijkste opdrachten:
- voorstellen en adviezen formuleren rond veiligheid en gezondheid op het werk
- advies verlenen over het welzijnsbeleid:
- het dynamisch risicobeheersingssysteem,
- het globaal preventieplan,
- het jaarlijks actieplan,
- de aankoop van beschermingsmiddelen,
- werkpostfiche van uitzendkrachten
Bij de aanstelling of vervanging van de preventieadviseur is het akkoord van het comité vereist.
Verder moet comité inzage krijgen in alle verslagen, documenten en adviezen die te maken hebben met het welzijns- en intern milieubeleid en deelnemen aan de jaarlijkse rondgang voor de opsporing van risico’s.
Het Huishoudelijk reglement
Om de goede werking van het CPBW te garanderen, worden de afspraken vastgelegd in het Huishoudelijk reglement.
Het bevat volgende elementen:
- de afspraken betreffende de plaats en het tijdstip van de vergaderingen
- de naam en voornaam van de gewone en plaatsvervangende leden van de werkgeversvertegenwoordiging en werknemersvertegenwoordiging
- de naam en voornaam van de voorzitter en, in voorkomend geval, van zijn plaatsvervanger
- de taak van de voorzitter en de wijze waarop hij zich kan laten vervangen
- de manier waarop een punt kan worden ingeschreven op de agenda
- de manier waarop de leden worden opgeroepen voor de vergadering
- het verloop van de vergaderingen
- het vereiste aanwezigheidsquorum om rechtsgeldig te kunnen vergaderen en de wijze waarop wordt vastgesteld dat er een akkoord is
- de plaats, manier,… van inzage van de verslagen, adviezen en alle andere documenten die door de werkgever moeten worden ter beschikking gehouden van het comité
- de wijze van bewaring en de termijn van bewaring van het archief van het comité en de nadere regels betreffende de inzage ervan door de leden van het comité
- de nadere regels betreffende de aanduiding van de afgevaardigden
- om samen met de bevoegde preventieadviseur en het bevoegd lid van de hiërarchische lijn periodiek en ten minste éénmaal per jaar een grondig onderzoek in te stellen op al de arbeidsplaatsen waarvoor het comité bevoegd is;
- om zich onmiddellijk ter plaatse te begeven wanneer er ernstige risico's zijn, waarbij de schade dreigend is en telkens er een ernstig ongeval of incident gebeurd is, of wanneer ten minste een derde van de werknemersafvaardiging in het comité erom verzoekt;
- om de met het toezicht belaste ambtenaar te woord te staan bij zijn toezichtbezoeken
- de aard van de middelen, inzonderheid onder de vorm van een notitieboekje of een gelijkwaardig rapporteringsmiddel die ter beschikking worden gesteld van de leden van het comité om de vastgestelde gevaren of risico's te kunnen signaleren aan het rechtstreeks bevoegde lid van de hiërarchische lijn;
- de nadere regels betreffende de contacten die de werknemersvertegenwoordigers moeten kunnen hebben met de werkgever, zijn afgevaardigden, de leden van de hiërarchische lijn, de preventieadviseurs en de betrokken werknemers;
- de nadere regels betreffende de voorbereidende vergaderingen en betreffende bijkomende vergaderingen;
- de wijze waarop, in voorkomend geval, deskundigen worden uitgenodigd;
- de wijze waarop het personeel wordt geïnformeerd over de agendapunten en de beslissingen van het comité;
- de procedure tot wijziging van het reglement.
Voor verdere informatie, kan u steeds terecht bij onze dienst risicobeheer.